dinsdag 29 januari 2008

Voicst balanceert tussen kwaliteit en energie

AMSTERDAM - Met de nieuwe plaat ‘A Tale of Two Devils’ op zak plaatste het Amsterdamse rocktrio Voicst zich volop in de schijnwerpers. Maar de heren willen zich niet laten afleiden door alle aandacht. “Dit is ons leven en dit is hoe wij het kennen. Het ‘groter’ maken gebeurt buiten ons om”, aldus zanger Tjeerd Bomhof.

Laat in de middags, een paar uur voordat het muzikale geweld van Voicst kan losbarsten in een uitverkocht Tivoli De Helling, wordt de inmiddels veel te kleine witte tourbus uitgeladen. “We hebben er een busje bij moeten huren”, zegt bassist Sven Woodside terwijl hij nog even flink met zijn handen over zijn gezicht wrijft, hopend dat dat het opgelopen griepje wat dragelijker maakt.

Het typeert de Amsterdamse band. De afgelopen weken kreeg de band ongekend veel aandacht van alle Nederlandse media na het uitkomen van de tweede plaat, waardoor Voicst bijna uit zijn voegen lijkt te barsten.

Zelf blijven de heren er nuchter onder. “We hebben echt al veel toffe dingen gedaan, maar toch voelt het voor ons alsof we net begonnen zijn”, vertelt de goedlachse zanger Tjeerd Bomhof.

Hiphopmentaliteit
Aan de nieuwe plaat werd gewerkt met Interpol-producer Peter Katis, maar ook Nederlandse artiesten zoals Pete Philly & Perquisite en C-mon & Kypski werkten mee aan ‘A Tale of Two Devils’. Een hiphopmentaliteit noemen ze het bij Voicst. “Hiphop-artiesten werken onderling erg veel samen en proberen elkaar te helpen. Juist dat sprak mij heel erg aan”, beaamt Bomhof.

Na drie jaar mag Voicst zich een geroutineerde band noemen met optredens over heel de wereld. Toch moet Bomhof bekennen dat hij nog altijd nerveus is vlak voor een optreden. “Ik ben dan echt niet te genieten.”

Maar waar komt die spanning dan vandaan, jullie hebben het ‘trucje’ inmiddels zo vaak gedaan?
Bomhof: “Vergis je daar niet in, dat was altijd met z’n drieën, maar met de blazers en About erbij zijn we met z’n zevenen. Ook zijn het geen makkelijke partijen. Op heel veel vlakken wilden we de plaat anders hebben en ook de zanglijnen zijn lastiger dan eerst. Het moet wel nog beter, ik voel dat we er nog niet helemaal zijn.”

Op welk gebied kan het beter dan?
Bomhof: “Met zeven mensen optreden is wel heel anders.”
Woodside: “De timing kan nog wel wat beter en de chemie moet nog wat groeien. Maar we hebben al veel kunnen spelen vanaf het begin van januari.”
Bomhof: “Het wordt steeds beter eigenlijk. Het voelt gewoon heel goed, iedereen stelt zich professioneel op, maar het is nog altijd even wennen.”

‘s Avonds op het podium is er echter niks van onwennigheid te merken. Een perfecte show was het niet, maar zo dynamisch als de heren van Voicst zijn er maar weinig. Het publiek op de grond laten zitten, meezingen, niks is ze te gek. En hoe ze het voor elkaar krijgen? “Omdat wij…uhm…coooolll zijn”, grapt Bomhof tijdens de show.

Dampend van al het springen en zwaaien met het elektrisch gitaar staat Bomhof op het podium. Straaltjes zweet druipen onafgebroken via zijn voorhoofd over zijn neus naar beneden. Voicst is inmiddels bijna een synoniem voor een energieke show, maar volgens de zanger is dat niet zo vanzelfsprekend.

Doorslaan
Een kopje koffie wordt aan de kant geschoven en Bomhof schuift gedreven naar voren. Met een handgebaar tekent hij een denkbeeldige streep over de tafel. “Kijk, het is een hele dunne lijn tussen energie en kwaliteit. Je kan snel doorslaan naar te veel kwaliteit als je alleen daar op gefocust bent, dan verdwijnt je energie. Voicst is gewoon Voicst, dat moet het zijn. Maar als je te opgefokt bent is het misschien ook niet goed.”

Woodside herkent zich daarin: “Gister of eergister zat ik toevallig te denken aan onze eerste keer op Noorderslag. We speelden ‘s nachts en moesten tot een uur of drie wachten. Dat duurde zo lang dat we maar flink zijn gaan zuipen. Maar toen we eenmaal aan het opbouwen waren zat ik daar met mijn koptelefoon op, knetterharde muziek, maar zo kon ik me wel focussen.”

Bomhof reageert op een toon van herkenning: “Oh ja, dat deed jij altijd. Waarom doen we dat eigenlijk niet meer?”

Woodside: “Dat probeer ik te vertellen. Een vriend van ons heeft dat optreden destijds gefilmd. Alles dat we speelden was zo razendsnel, misschien omdat we…”
Bomhof: “Maar het was wel lekker om voor de show even voor jezelf naar muziek te luisteren die je leuk vindt.”
Woodside: "Maar dat was echt een overdosis van energie, het is erg lekker maar ik heb die muziek niet meer nodig. Ik kan nu energie putten uit andere dingen. Die muziek was te veel van het goede, anders sta je echt zo van woowowhoo (stuitert op en neer).”

Sommige artiesten hebben het er wel eens over dat ze na het maken van een plaat in een soort gat storten. Ze hebben werkelijk alles wat ze hadden in een plaat gestoken en zijn daarna helemaal op. Hadden jullie daar ook last van?
Bomhof: “Bij mij was dat inderdaad zo. Ik was werkelijk helemaal leeg en daarna heb ik even een tijdje niks meer geschreven. Afgelopen week heb ik eigenlijk voor het eerst weer gewerkt met een vriendin die zelf een plaat aan het maken is. Ze had gevraagd of ik even naar een paar liedjes wilde luisteren. Met haar was ik voor het eerst weer echt een liedje aan het maken en het was zó lekker. Het is nu alleen erg druk dus je komt er bijna niet aan toe. Volgende week, fuck it, ga ik er gewoon tijd voor maken. Dan voel ik me weer helemaal blij.”

Jullie staan nu volop in de belangstelling, maar op een bepaald moment ebt dat ook weer weg en daarna begint het weer van voor af aan. Maar is dat iets waar je de rest van je leven aan vast wilt zitten? Is de rest van je leven muziek?
Bomhof: “De rest van mijn leven zal zeker muziek zijn, maar ik weet niet of dat altijd op deze manier is. Zeker nog wel een tijd, maar je moet telkens bepalen of het goed voelt om weer aan een nieuwe plaat te beginnen. De studio was echter dermate inspirerend en verschafte zoveel nieuwe inzichten dat ik het gevoel heb dat we nog lang niet klaar zijn.”

Nu gaat het erg goed met jullie. Alles is geweldig, het kan niet meer stuk, maar dat is nu. Het is doemdenken hoor, maar als over een paar jaar niemand meer iets van jullie wil hebben, op jullie uitgekeken zijn, wat dan?
Bomhof: “In die anderhalf jaar die we hadden uitgetrokken voor de plaat hadden we ook niks. Niemand zat op ons te wachten en in Nederland hadden we al heel lang geen optredens gegeven. In principe waren het wij drietjes, Rutger (van About) en de producer die met z’n allen iets tofs wilden maken, om daar vervolgens helemaal voor te gaan. Dan is het aan anderen om daar iets van te vinden.”

Jij leest nooit recensies over jullie werk.
Bomhof: “Ik ben er de laatste tijd wel iets makkelijker in geworden om een artikel te checken, maar recensies lees ik niet.”

Maar dat moet toch egostrelend zijn om te zien dat bijna alle Nederlandse media zo positief zijn?
Woodside: “Ik vind het een beetje eng eigenlijk.”
Bomhof: “Hetzelfde mechanisme dat er voor kan zorgen dat iedereen het nu fantastisch vindt kan ook het mechanisme zijn waardoor straks iedereen het kut kan vinden. In die zin moet je gewoon bij jezelf blijven. Wat je er zelf van vindt is belangrijk.”

Krijgen jullie dan het gevoel dat je publiek bezit bent?
Bomhof: “Wat ik er mee bedoel is dat je gewoon bij jezelf moet blijven en je niet laten afleiden door iemand anders. Dat is ook raar, sinds we zoveel aandacht krijgen reageren mensen net even anders op ons reageren dan we gewend zijn. Dat is bij anderen, wij doen al een paar jaar niks anders dan dit. Dit is ons leven en dit is hoe wij het kennen. Het ‘groter’ maken gebeurt buiten ons om.”

Jullie worden wel eens ‘on-Nederlands goed’ genoemd. Bestaat er wel zoiets als ‘on-Nederlands goed’?
“Ik vind het zo’n Nederlandse opmerking eigenlijk. Ik vind het echt onzin, er zijn zo veel goede dingen in Nederland”, zegt Bomhof fanatiek. “Neem Spinvis, neem Lucky Fonz, Pete Philly & Perquisite, C-mon & Kypski en ga zo maar door. Er gebeuren hier dingen die absoluut niet onderdoen voor wat er in Engeland of Amerika gebeurt. Ik durf zelfs te zeggen dat ik het soms…uhm, in ieder geval creatiever vind."

Hoe komt het dan dat er zo weinig muziek uit Nederland zijn weg naar buiten vindt?
Bomhof: “Ik denk dat het een lange weg is, maar ik heb wel het idee dat het steeds meer begint te komen. Ik hoop dat het gaat lukken en ik zou het ook terecht vinden.”

In Canada zie je dat de muziekscene onderling heel erg naar elkaar toetrekt om samen te werken. Ik heb het idee dat een dergelijk klimaat in Nederland ook steeds meer aan het ontstaan is, dat verschillende groepen elkaar creatieve input geven.
"Precies en het toffe is dat het niet allemaal dezelfde type bands zijn. De ene is hiphop, de andere orkestraal of pop. Onze manager heeft met Patrick Watson gewerkt en vergelijkt wat hij om hem heen zag met wat er nu hier aan de gang is. Als Watson naar Europa komt kan hij een andere band weer een stapje omhoog duwen.”

Is het niet ook gewoon noodzakelijk om dat te doen, aangezien er met de plaatverkoop steeds minder valt te verdienen, waardoor je wel moet optreden en er samen aan moet trekken.
"Ja, maar nog belangrijker eraan is dat het gewoon leuk is. "

(C) NU.nl/Kristiaan Asscheman

Geen opmerkingen: