maandag 31 december 2007

Heideroosjes voelen zich ondergewaardeerd

AMSTERDAM - De Limburgse punkrockband Heideroosjes is één van de hardst werkende bands in Nederland, maar volgens eigen zeggen wordt de formatie zwaar ondergewaardeerd. "Ik heb moeite met die Nederlandse mentaliteit, alles wat boven het maaiveld uitsteekt wordt keihard afgehakt", aldus zanger Marco Roelofs.

Ruim achttien jaar geleden begon de band met muziek maken. "In een kippenschuur in Horst met slechts drie akkoorden tot onze beschikking. En als je kijkt waar we nu zijn beland hebben we het niet slecht gedaan", zegt Roelofs tegenover NU.nl.


Maar toch is er altijd iets blijven knagen. De bandleden hebben inmiddels acht studioalbums achter hun naam staan en zijn de hele wereld afgereisd.

"We touren veel meer dan mensen in de gaten hebben. Als we vertellen dat we in Japan, Afrika, Amerika, enzovoort spelen zijn ze verbaasd. In dat opzicht is het veel meer geworden dan we ooit durfden te dromen, maar daar hebben we dan ook keihard voor gewerkt."

Maar jullie relatie met de media is altijd erg moeizaam geweest. Jullie stonden op het hoofdpodium van Lowlands in een afgeladen tent, maar de camera's verdwenen zodra jullie verschenen. Jij leek je daar behoorlijk druk over te maken.

"Ik vind dat de Heideroosjes zwaar ondergewaardeerd worden. Dat kan enerzijds komen omdat we zo'n belachelijke bandnaam hebben gekozen en uit Limburg komen, of anderzijds omdat we de schijn tegen hebben."

"Wij zijn in eigenlijk niets een rock-'n-rollband. We werken hard, we gebruiken geen drugs en hebben geen wilde uitspattingen, we komen niet uit een grote stad en we hebben geen tattoo's in onze nek. Ik durf te zeggen: op het podium zijn we wel rock-'n-roll. Daar blazen we iedereen weg, die arrogantie heb ik om dat te zeggen."

En de media, wat hebben die daar mee te maken dan?

"Wat betreft de media heb ik vaak het idee dat we ondergewaardeerd worden en daar kan ik me dan over opwinden. Dat komt op zo'n podium ook wat grof mijn bek uit omdat je dan in zo'n adrenaline rush zit. Maar dan denk ik wel 'fuck hé', we staan hier op Lowlands en die tent staat vol. Iedereen gaat uit zijn dak."

"Vervolgens staat zo'n cameraploeg bij één of andere obscure gitarist te filmen, die ongetwijfeld heel erg goed is, maar nog geen tweeënhalve plaat verkoopt. Oké, ook leuk, maar dan vind ik dat je de Heideroosjes ook wel even mee mag pakken."

Je weet hoe het zit, ze zijn op zoek naar nieuwe hypes.

"Ja, ik weet hoe het zit, maar waar ik soms moeite mee heb is die Nederlandse mentaliteit. Wat boven het maaiveld uitkomt wordt hier keihard afgehakt. Als iemand hier succes heeft krijgt hij geen schouderklopje maar wordt er achter zijn rug om gesmoesd."

Jaloezie?

"Nou ja, dat calvinistische, dat donkerbruine, ik kan er niet zoveel mee. We hebben onze laatste plaat in Amerika opgenomen en daar zie je een hele andere mentaliteit richting muzikanten. In Nederland wordt het als een hobby gezien, in de VS krijg je respect als je met je muziek geld kunt verdienen."

"Het Nederlandse 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' vind ik vreselijk. In het dagelijks leven vind ik dat een prima stelregel, maar je gaat niet op een podium staan om daar ' normaal te doen, want dan doe je al gek genoeg'."

"Je gaat op een podium staan omdat jij iets doet waarvan je denkt dat andere mensen dat niet doen, want anders stonden ze daar ook allemaal. Op het podium moet je juist buiten de grauwe massa treden, anders moet je er niet gaan staan."

Jullie staan al erg lang op dat podium, maar wat ik opvallend vind is dat jullie nog altijd een erg jong publiek weten te trekken terwijl jullie juist steeds ouder worden. Hoe krijgen jullie dat voor elkaar?

"Hoe we dat doen weet ik ook niet, maar in de media wordt het vaak uitgelegd als: "De Heideroosjes vernieuwen zichzelf niet." Ik vind dat onzin. De jeugd is tegenwoordig zo moeilijk te bereiken voor iets wat ook maar een beetje een boodschap heeft, dat ik het alleen maar fijn vind dat we nog jonge mensen aan weten te spreken."

"Dat geeft aan dat we nog niet overbodig zijn geworden en nog een soort van functie hebben. Misschien voelen ze zich aangetrokken doordat wij nog steeds dat jeugdige enthousiasme hebben en dat ook overbrengen."

"Ik denk dat met name jeugdige mensen daar onbevangen en open in zijn. Die zijn nog niet zo bezig met hipheid en of de zanger wel de juiste tatoeages heeft."

Nieuw materiaal

Met de 'Batlle of the Sexes Tour', die vrijdagavond ten einde loopt, sluit de band een druk en hectisch jaar af. Maar 2 januari gaan de heren alweer aan de slag met nieuw materiaal. Ook gaan de Heideroosjes nog op tournee in het buitenland, maar voor Nederland en België blijft het voorlopig rustig.

(c) NU.nl/Kristiaan Asscheman

dinsdag 13 november 2007

Kaiser Chiefs snappen niets van gratis muziek

AMSTERDAM - De Britse rockband Kaiser Chiefs ziet niks in het gratis beschikbaar stellen van muziek. "Muziek is iets waard. Gratis verspreiden is een schande tegenover jezelf", aldus bassist Simon Rix tegenover NU.nl.


"Wij steken zo ontzettend veel tijd en energie in het schrijven en spelen van onze muziek, dat ik vind dat je daar beloond voor moet worden. Bands die hun muziek wel gratis van de hand doen nemen zichzelf niet serieus. Dat betekent dat je het waardeloos vindt."

Radiohead ondernam vorige maand de opmerkelijke stap door hun nieuwste album gratis aan te bieden via hun website. Het bracht een kleine schokgolf in de muziekwereld teweeg. Fans konden zelf bepalen hoeveel ze er voor over hadden.

"Kijk, dat vind ik nou wel weer goed", roept Rix uit. "Die laten het aan de fans over om te bepalen wat hun muziek waard is. Sommigen geven niets, de meeste liefhebbers wel."

Maar valt er voor bands niet veel meer winst te behalen uit optredens?
"Uiteraard en dat doen we ook graag. Maar zoals ik al zei gaat er heel veel tijd en moeite inzitten. We schrijven, we moeten het opnemen, iemand moet zorgen dat het er goed opstaat, iemand moet het mixen en we moeten een studio huren. Daar mag best wel wat van terugkomen."

"Wat ik sowieso niet snap is dat mensen muziek downloaden. Ik vind zestien euro niet duur voor een stukje vermaak. Tenminste, als je de band goed vindt. Voor andere vormen van vermaak betaal je veel meer. Computerspellen, een bezoekje aan de bioscoop, een voetbalwedstrijd, het is allemaal stukken duurder. Een cd heeft een veel grotere replay-waarde, die kan je immers zo vaak luisteren als je wilt."

Oké, je bent niet voor het gratis verspreiden van muziek, maar wat me wel opviel is dat jullie steeds meer digitaal doen. De laatste twee singles waren alleen beschikbaar als download of 7-inch vinyl. Waarom?
"Mensen kopen geen singles meer, zo simpel is het. Om onze fans toch enigszins tegemoet te komen, maken we exclusieve dingen die verzameld kunnen worden. We willen niet traditioneel zijn. Van onze laatste single "Love is not a Competition' hebben we maar duizend singles gedrukt. De helft was via onze site beschikbaar en de andere helft hebben we tijdens onze tour in Engeland uitgedeeld."

Wat willen jullie in de toekomst gaan doen met de verspreiding van jullie muziek?
"Dat hebben we nog niet besloten, we willen wel iets nieuws doen. We hoeven niet per definitie voorop te lopen, maar we willen ons wel in de voorhoede bevinden."

Maar de voorhoede biedt nu zijn muziek gratis aan.
"Ja, dat is waar. Ach, of we het gratis gaan doen weet ik niet, zo lang het maar niet op de traditionele manier is. De band Ash heeft overigens wel iets interessants gedaan. Als ze een nummer hadden opgenomen stelden ze die direct beschikbaar als single. Daarmee gingen ze door tot ze genoeg nummers hadden voor een album."

"Dat zie ik ook wel zitten. Als je in een band zit schrijf je veel nummers. Vaak gaat het dan om hét moment, dan is een nummer nog spannend en fris. Als je dan eindelijk alle nummers voor een album hebt opgenomen en uitgebracht zijn die nummers helemaal niet meer spannend. Dan zijn ze al oud. Het proces van schrijven en direct uitbrengen lijkt me daarom heel interessant."

(c) NU.nl/Kristiaan Asscheman

‘Ik ben maar een gek die wat schreeuwt’

Prem vindt zichzelf vooral een bemoeial

Prem Radhakishun, is geboren in Suriname en in 1982 gevlucht voor de dictatuur. Via flink wat omzwervingen belandde hij via de advocatuur in het mediacircuit, waar hij al snel uitgroeide tot de ‘zwarte’ met een mening over alles.


Nog snel moet Prem Radhakishun met een vlaggetje voor de camera wapperen. “Och ja, ze wilden weer eens dat ik mijn mening ergens over gaf”, zegt hij nonchalant. Dan wordt er plaatsgenomen aan een tafeltje in café Dauphine. Een chic ingericht retaurant, in het gebouw van BNR Nieuwsradio. “Een dubbele rum met cola graag”, roept hij naar de ober.

Ziet u zich als journalist of advocaat?
“Ik ben een bemoeial. Ik meen dat ik het beste bemoei als advocaat, journalist op publicist. Overigens ben ik nu helemaal gestopt met de advocatuur. Vanaf 2003 lag het op z’n gat. Ik dacht slim te zijn en liet me schorsen. Dat had ik achteraf niet moeten doen, ik had me veel eerder moeten uitschrijven, maar ik vind het moeilijk om afscheid te nemen.”

U heeft wel eens gezegd: “Ik blijf tot mijn dood advocaat”.
“Ik sluit het niet uit dat ik ooit weer advocaat word, maar het is niet iets wat je er bij kan doen.

Wat is vanaf het begin uw doel geweest met een programma als PREMtime?
“Geen.
Ik was gevraagd om te presenteren en ik hou nu eenmaal van nieuws. Ze bedachten bij de NPS dat ze een opvolger voor het programma Urbania nodig hadden. Toen zeiden ze: ‘We moeten een zwarte presentator hebben.’ Vervolgens had iemand het over die zwarte advocaat met die grote bek, van Barend en Van Dorp. ‘Misschien zou die wel een goede presentator zijn’. We zijn gaan praten.

De media zijn rare dingen. Je moet weten wat je doet en je moet iets toevoegen aan het bestaande aanbod.”

Wat voegt u daar dan aan toe?
“Wat ik leuk vind aan PREMtime, is dat het op straat gemaakt wordt. Niet in de studio. Er zijn al genoeg talkshows. Hilversum is erg naar binnen gekeerd. Het gebrek van de radio en televisie in Nederland is dat ze weinig vanuit het perspectief van de gewone man handelen. Het leuke van PREMtime was dat we gingen werken als een actualiteitenrubriek vanaf de straat. En toen dacht ik:...ja! Dat lijkt me wel wat.

Nu redeneer ik achteraf hoor, want op dat moment ben je nog aan het voelen. Het had wat met nieuws en ik ben echt van de informatie. Je moet me echt niet vragen voor modeshows of dat soort shit.


De eerste dertien weken waren prettig. Omdat we op de zondagmiddag zaten, heb je geen last van de kijkcijferterreur, je kan dan rustig een programma ontwikkelen.”

Heeft u later wel een doel gesteld voor het programma?
“Nee. Je probeert te laten zien wat mensen bezighoudt, punt. That’s it.
Ik wil niks aan het licht brengen. Mensen verwarren PREMtime heel vaak met een programma dat ‘aan de kaak wil stellen’ ofzo. Bullshit.”

Hoe komt het dan dat mensen dat denken?
“Dat komt omdat mensen het gevoel hebben dat het eerlijke televisie is. Dat zijn ze niet gewend om te zien.”

Eerlijke televisie? Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
“Kijk, ik vind het verschrikkelijk dat Ronald Plasterk minister is geworden. Al zijn columns van de afgelopen jaren, die ik met groot genoegen las, zijn besmet geworden. Hij is gewoon bezig geweest om zijn eigen paden te banen richting Den Haag. Ik heb zelf ook gezegd dat ik nooit actief de politiek in ga. Ik maak een programma met publieke gelden. Plasterk deed Buitenhof.

Ik vind dat je heel voorzichtig moet zijn om televisieprogramma’s te gebruiken voor je eigen agenda. Daarom zeg ik dus ook dat ik niks aan de kaak hoef te stellen. Daarbij heb ik geen dubbele agenda. Om die reden krijg ik in mijn programma zowel Verdonk als Wilders als de SP, het hele spectrum. Iedereen komt, omdat ze weten dat ik geen bijbedoelingen heb. Ik ben niet bezig met het voeren van een eigen campagne. Dat is eerlijke televisie.”

U bent ook columnist van Het Parool. Hoe voelde het toen uw eerste column geplaatst werd?
“Ik weet het nog goed toen de eerste column verscheen. Ik pakte met trillende handen Het Parool om mijn column te lezen. Ik heb hem geloof ik wel dertig keer gelezen.

Het Parool...
Dat was écht écht veel meer dan PREMtime, veel meer dan In de Ban van de Week.”

Waarom was juist dat zo bijzonder voor u?
“Het is de krant die je leest, het is de krant waar je de mening van anderen uit spelt en erover nadenkt. Die meningen waren echt een soort van voorbeelden. Meer nog dan de Volkskrant, die columnisten vind ik echt drie keer niks.

Hoe laat ik ook thuis kom, wat er ook gebeurt, hoe straalbezopen ik ook ben: ik pak m’n krant, ik sla hem open en dan denk ik: yes! Ik vind het nog steeds een eer om voor Het Parool te schrijven, terwijl het de minst betaalde activiteit van mij is. Ik wil met veel dingen stoppen, maar waar ter wereld ik ook woon, ik zou het echt leuk vinden als ik altijd bij Het Parool kan blijven.”

En als ze u eruit trappen?
“Als ze me eruit schoppen zal ik niet klagen. Als mijn geluid geen bijdrage meer levert aan de krant, dan wordt het tijd voor iemand anders. Niets is eeuwig.”

Hoe komt u op de onderwerpen voor uw columns?
“Je bent permanent bezig met denken: ‘ai, dat is iets voor een onderwerp.’ Dan heb je zo tien of twaalf onderwerpen in de week waar je de lijn al van uitzet. Iedere discussie, ieder gesprek is een mogelijke column. Dan kijk je of het door meerdere mensen wordt besproken. Heb ik nog iets toe te voegen? Verder probeer ik het persoonlijk te houden, in Het Parool ben ik heel open over mijn emoties.”

Wordt u er nooit moe van om er constant mee bezig te zijn?
“Heel soms. Dan denk ik: ‘ow, ik moet weer.’ Ik heb in 2003, dat besef ik nu pas achteraf, een ontzettend moeilijk jaar gehad. Ik had een advocatenkantoor dat draaide als een tierelier. PREMtime kwam erbij. Op dat moment heb ik aan de handrem getrokken van mijn kantoor. Ik moest mensen ontslaan om zo rust voor mijzelf te creëren en zodat ik kon toewerken naar PREMtime. Op dat soort momenten is het zwaar om je hoofd leeg te maken voor een column.

In feite ben ik toen ontspoord.”

Ontspoord? Raakte u overspannen?
Nee, dat niet. Je blijft doen wat je moet doen, maar dan heb je niet de rust. Je bent bijna een soort robot. Dan moet je ook nog columns schrijven, waarvoor je juist creatief en vrij moet zijn. Het is fysiek en psychisch een hele zware tijd geweest Het grappige bij mij is dat je het niet aan me kunt zien. Niemand merkte het tijdens interviews aan me. Maar het bleef zwaar.

Ik heb avonden gehad dat ik in slaap viel op m’n kantoor en dat mijn vrouw me om vier uur ’s ochtends belde waar ik bleef. Shit, denk je dan. Ik viel gewoon in slaap achter mijn computer tijdens het schrijven en als ik dan wakker werd, zag je ik ‘zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz’ op mijn scherm staan.”

Deed u zich voor als een ander mens, om uwzelf af te schermen?
“De mensen om mij heen merkten wel dat ik het druk had. Dan had ik hard gewerkt en een zitting achter de rug. Thuis in bed belandde ik echt in een coma. En de ritjes in de auto voor PREMtime gebruikte ik ook als slaapmoment.

Ze merken dat je het druk hebt. Je komt niet op feestjes. In dat jaar had ik een ramp van een sociaal leven. Ik vond dat heerlijk, dan kon ik eindelijk eens een keer uitslapen in het weekend. Vergeet niet, ik moet ook inkopen doen, naar de papierbak, naar de bakker, de slager, de markt, kleding kopen, lenzenvloeistof halen. Al die fucking dingen moet je inpassen. Als advocaat was dat makkelijk, dat is vrij overzichtelijk. Toen PREMtime erbij kwam moest ik overal naartoe rennen.”

Een dubbelleven?
“Welnee... Het was een niet gebalanceerd leven.”

Had u niet eerder moeten stoppen met de advocatuur?
“Ja, nadat ik me heb laten schorsen heb ik een psychische rust over me heen gekregen.”

Sommige mensen vinden u verschrikkelijk irritant.
“Geweldig! Heerlijk! Zo lang ze een mening over je hebben ben je het waard om over na te denken. Wie is Prem? Om me irritant te vinden moet je me kennen.”

Dus het is voor u een compliment?
“Ja, jaaaaaa. Waarom vindt iemand mij irritant? Ik heb geen mening waar hij de schouders over ophaalt. Ik erger. Schouders ophalen is: je doet er eigenlijk niet toe.

Voor iedereen die een teringhekel aan me heeft van het beeld dat ze in de media zien, doen we een discussieavond. Dan, zal je zien, eindigt het altijd in: ‘Ik weet ook niet wat ik van je moet denken, maar je hebt een punt.’ Dat is het leuke, want ze kunnen zich alleen irriteren omdat ik een punt heb. Ik wil niet dat mensen het met me eens zijn, absoluut niet.”

Dus u heeft hoe dan ook een tegenovergestelde mening? Om te irriteren?
“Mijn broertje zei altijd: ‘Als je wilt dat Prem rechts gaat, moet je links zeggen.’
Ja, ik ben tegendraads. Ik denk dat ik het wel altijd in me had. Misschien omdat ik in een dictatuur gewoond heb, in Suriname van 1980 tot 1982. Daar heb ik de waarde van het tegendraadse leren waarderen.”

En wat is die waarde dan?
“...Vrijheid.
Je leeft pas in een vrij land als je mag zeggen: FOCK IT!

De Dixie Chicks hebben aangetoond dat Amerika onder Bush na 11 september niet vrij is. Daarom was Theo van Gogh...Ik roep zijn naam weer, er gaat bijna geen dag voorbij dat ik zijn naam niet noem.

Ik ben geen Theo, ik kan niet als Theo schrijven, maar ik wil wel zeggen tegen die klootzakken: ‘Vermoord je er één, dan krijg je er tien terug.’ Mohammed B. dacht, ik ga Theo vermoorden, dan beledigt niemand meer Allah. Toen zei ik altijd: ‘Fock Allah’. Gewoon als principe. Het principe dat ik het mág zeggen. Dat geen fucking idioot met een teringbaard mij gaat zeggen wat ik wel en niet mag doen.”

Ik ben in oktober 2001 naar India gevlogen. We zouden een KLM-ticket boeken, dat werd een Northwest-ticket. Want ik laat geen fucking idi....

Dat is misschien wel tegendraads, gefrustreerdheid, ik weet niet wat het is...
Iedereen heeft een hekel aan de multiculturele samenleving, ik hou ervan. Als iedereen ervan zou houden, heb ik er misschien een hekel aan. Maar ik vind dat echt vrijheid. Ik vind het heerlijk om te zeggen: ‘Het koningshuis is fout.’

Het klopt ook altijd wel. We leven in een verschrikkelijke grijze wereld. Iedereen wil het zwart-wit zien, maar het is niet zwart-wit. Het mooie zit hem in de kunst om grijs te denken. In grijs kan je kiezen wat je wilt zien.”

Maar ga je door die tegendraadsheid geen dingen zeggen waar je het eigenlijk niet mee eens bent?
“Nee, ik denk het niet. Ik ben iemand die me zich erg laat overtuigen door andere mensen. Ik luister naar argumenten. Mensen denken altijd dat ik niet luister. Soms schrikken ze ervan hoe goed ik heb geluisterd. ‘Prem, ik wist niet dat je zo goed luisterde.’ Dan zeg ik: ‘ja, jij let niet op.”

U bent moeilijk in een hokje te plaatsen. U dwaalt in alles eigenlijk. Bijvoorbeeld ook wat politieke voorkeur betreft. Is dat typerend voor u?
“Ik ben opportunistisch van aard.”

Opportunistisch?
“Ik geloof niet in dweepzieke trouw. Iedereen die de maatschappij beter denkt te maken krijgt mijn steun. Ik geloof in uitvoerende steun.”

De volgende dubbele bruine rum met cola wordt besteld. “Hey rooie! Je weet wat ik drink, doe mij er nog maar één.” De ober haalt verbaasd nog een drankje en gaat vervolgens weer aan zijn werk. “Tja, ik wist z’n naam niet meer”, zegt Radhakishun met een grijns. “Je moet tegenwoordig zo veel onthouden. Net als het nieuws, dat gaat steeds sneller. Zeker met internet. Dat brengt me bij een boek van Colin Powell. Over wat er met informatie gebeurt voordat het bij het Witte Huis belandt. Een verschrikkelijk goed boek.

Clinton’s biografie is een handleiding: hoe word ik president.
Hilary’s: hoe zorg ik dat ik mezelf zo goed mogelijk verkoop.


Colin Powell zijn biografie is echt van hier.” (wijzend naar zijn hart)

Zou u zelf ooit een boek willen schrijven?
“Geen biografie, maar wel een roman. Ik ben nu een beetje bezig met filmscripts schrijven. Ik ben een hele andere creatieve kant ingeslagen. Ik zie er wel toekomst in. Dat is het leuke, ik heb de luxe van een televisieprogramma. Als ik het zat ben kan ik zeggen: ‘Ik stop.’ Ik ben net zo gelukkig met 10.000 euro per maand als met 100 euro per maand. Geld zegt me niets. Als ik rijk ben, begin ik een eigen radiostation. Het probleem is dat ik nooit rijk ga worden. Ik hou niet genoeg van geld.

Toen ik als vluchteling hierheen kwam, heb ik ook nooit geld gemist. Wat ik destijds wel miste was de toegang tot de maatschappij.”

“Ik vind het gek dat sommige mensen mij als voorbeeld zien. Dat zijn vooral de rijke lui die zelf geen toegang hebben tot de media. Ik probeer ook alles te doen om geen voorbeeld te zijn. Maar hoe meer ik roep: ‘Ik ben maar een gek die wat schreeuwt.’ Dan zeggen ze gelijk: ‘Maar jij bent geen gek.’


Ik ben wel een gek!

Het probleem met die mensen is dat ze te bang zijn voor imagoschade. Maar ik zit gelukkig niet vastgeroest in de dingen die ik doe, want ik ben niet bang voor mijn imago. Spong, Moskowitz complimenteerden mij onlangs hiervoor. Ik kan doen wat ik wil.”


Waarom u wel?
“Ik ben slechts een illusie.”

(c) Kristiaan Asscheman

woensdag 17 oktober 2007

CURRICULUM VITAE KRISTIAAN ASSCHEMAN

PERSOONLIJKE GEGEVENS:
Geboortedatum: 22 januari 1987
Burgerlijke staat: ongehuwd

OPLEIDING:
1.

Periode: september 2005 – tot heden
Instituut: Hogeschool Utrecht
Diploma: Journalistiek
Behaald op: naar verwachting in augustus 2009

2.
Periode: september 1999 – juni 2005
Instituut: Coenecoop College Waddinxveen
Diploma: VWO Natuur en Techniek + Economie, Biologie
Behaald op: 17 juni 2005

WERKERVARING:
1.
Periode:
31 mei 2008 - heden
Werkgever: Videopersbureau FaceCulture
Functie: Freelance camjo

2.
Periode:
april 2008 - 20 juni 2008
Werkgever: HUmedia (narrowcastingproject op de Faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht)
Functie: Opzetten van het project. Omvat: uitwerken ideeën, websitebeheer, leveren van videocontent

3.

Periode: 4 december 2007 - heden
Werkgever: NU.nl/ilse media
Functie: Freelance redacteur, chefmuziek

4.

Periode: 1 september 2007 – 1 december 2007
Werkgever: NU.nl / ilse media
Functie: Stagiar, redacteur, chefmuziek

5.
Periode: mei 2007 - september 2007
Werkgever: Stadsblad Utrecht / Wegener huis-aan-huiskranten
Functie: Freelance Correspondent

6.
Periode: januari 2006 - oktober 2007
Werkgever: Weekblad voor Waddinxveen / PCM Lokale Media
Functie: Freelance Correspondent

7.
Periode: september 2006 – heden
Werkgever: Scouting Sint Victor, Waddinxveen (op vrijwillige basis)
Functie: Hoofdredactie, eindredactie en opmaak voor clubblad

8.
Periode: januari 2005 – december 2005
Werkgever: Vergeer Kaas
Functie: Verpakkinsmedewerker

9.
Periode: juni 2000 – oktober 2004
Werkgever: Watch-it, Promotie en Relatiegeschenken
Functie: Promotiemedewerker


VAARDIGHEDEN:
Softwarekennis:

Microsoft Office (alle programma’s) goede beheersing
Adobe Indesign CS 2.0 goede beheersing
Adobe Photoshop CS 2.0 goede beheersing

VRIJETIJDSBESTEDING & ACTIVITEITEN
Fotografie, film, muziek, sport. Tevens lid van een scoutingvereniging waar ik ook actief ben als leiding bij de welpen.

Zanger Air Traffic houdt meer van muziek dan van mensen

AMSTERDAM - Zanger Chris Wall en bassist Jim Maddock van Air Traffic blijven ondanks hun succes en zelfverzekerdheid met beide benen op de grond staan, maar steken hun ambities niet onder stoelen of banken. "Een platencontract is het begin, onze volgende stap is om groot te worden. Héél groot."

De jongens van de Britse indierockband Air Traffic leven voor de muziek. Hun debuutalbum is pas sinds juni uit, maar toch stond de band al op diverse grote festivals. Parkpop, Lowlands, keer op keer wisten ze het publiek te overtuigen van hun muzikale kwaliteiten.

De band die zich kenmerkt door het gebruik van een piano, deden Nederland op vrijdag en zaterdag opnieuw aan tijdens hun tour. Vrijdag speelden ze in Den Haag in het Paard van Troje en zaterdag stonden ze in de poptempel Paradiso in Amsterdam.

Jullie zijn veel op reis tijdens de tour. Mis je het om thuis te zijn?
Chris: "Het is best wel vermoeiend om steeds onderweg te zijn, je realiseert niet voor hoeveel stress het zorgt om constant te reizen. Je bent in je hoofd steeds bezig met de tour en de concerten, totdat het je teveel wordt. Deze tour ging het best goed, tot een paar dagen geleden. Toen stortte ik echt in. Ik heb iets van twintig uur non-stop geslapen en daarna was ik nog moe."

Jim Maddock verlegt zijn aandacht vanaf de bootjes in de gracht naar het gesprek.

Jim: "Ja, het is inderdaad erg vermoeiend, maar we beleven er ook veel plezier aan."

Wat maakt voor jullie muziek zo bijzonder?
Jim: "Het is iets waar we van houden, meer dan wat dan ook. We houden ervan om naar muziek te luisteren, te spelen, het is voor ons heel natuurlijk."
Chris: "Ik kan me ook niet voorstellen dat we iets anders doen. Ik heb nooit echt gewerkt. We weten eigenlijk helemaal niet hoe het is om te werken. Ik heb een half jaartje in een vreselijke kledingzaak gewerkt, maar dat was echt een ramp. Nee, zoiets is niet aan mij besteed. Die baan verveelde me zo, dat ik daarna besloot om naar de andere kant van de wereld te reizen.

Chris grinnikt als hij daaraan terugdenkt.
"Een leven als artiest vereist veel toewijding", vervolgt hij.

Vanwaar die toewijding?
Chris: "We houden er van. Het is het belangrijkste in ons leven. Ik houd meer van muziek dan van mensen."
Maar was jullie doel vanaf het begin om bekend te worden?
Chris: "We begonnen voor de lol. Maar zodra we begonnen met optreden, en we zagen dat mensen zich met onze muziek vermaakten, realiseerden we ons dat we groot zouden kunnen worden. Vanaf dat moment begonnen we in onszelf te geloven. Het is iets dat we los van elkaar allemaal graag wilden."


Hadden jullie verwacht dat het succes zo snel zou komen?
Jim: "Eigenlijk hadden we niet door wat er gebeurde, we dachten dat het normaal was. We zijn best ver gekomen in een relatief korte periode, zonder dat we het onszelf realiseerden. Dat voelde best vreemd. We zien onszelf nog niet als beroemd, maar we hebben nu al veel bereikt en bouwen daarop verder."
Chris: "Op de een of andere manier hadden we altijd wel verwacht dat we een platencontract zouden krijgen. We wisten gewoon dat het er een keer van zou komen. Als we luisteren naar andere bands denken we vaak: "Waarom krijgen die een contract? Ze zijn echt slecht." Maar het gaat voor ons niet om dat contract, maar om echt groot te worden. Dat is onze volgende uitdaging."

Jullie hebben dus veel vertrouwen in jezelf?
De twee kijken elkaar aan en antwoorden volmondig.
Chris en Jim: "Zeker weten."

Ze ogen rustig, bedachtzaam en ook een beetje verlegen. Maar de zelfverzekerdheid typeert de twee jonge bandleden van Air Traffic.

Wat doet dat met je?
Chris: "Het is een behoorlijk andere manier van leven, maar wijzelf zijn niet veranderd. Het enige wat lastig is met de komst van 'succes', is dat iedereen je muzikaal in de gaten houdt. Eerst schreven we nummers die we alleen voor wat vrienden speelden, dan maakt het in principe niet zo uit hoe die nummers worden. Als we nu een nummer schrijven weet je dat duizenden mensen het luisteren. Op internet, via de radio, wat dan ook. Het is een druk die je voelt."


Momenteel schieten de Britse indierockbands uit de grond, maar wat maakt jullie anders dan al die andere bandjes?
Jim: "We hebben een ander geluid dan de gangbare indiemuziek. Neem bands als The Holloways, The Wombats, ze hebben allemaal een zelfde type gitaarmuziek. Het klinkt allemaal hetzelfde, maar het is nu hip dus de mensen luisteren ernaar. Wij zitten totaal niet in die categorie. Mensen realiseren dat gelukkig wel. Het is slechts een kwestie van tijd voordat wij tot die 'hippe' muziek behoren. Het is wel iets dan nogal aan verandering onderhevig is."
Chris: "Tussen onze nummers zit ook veel variatie. Als je naar sommige bands luistert merk je dat het ene nummer hetzelfde klinkt als de vorige. Dat verveelt, dat doen we niet."

Jullie speelden in het
voorprogramma van Pigeon Detectives, die klinken ook steeds hetzelfde.
Een brede grijns verschijnt op het gezicht van de Air Traffic voorman.
Chris: "Haha, ja dat was leuk."


Maar is hetzelfde klinken dan persé iets slechts?
Chris: "Ik snap wat je bedoelt.
Pigeon Detectives hebben in al hun nummers veel energie gestopt. Maar daardoor klinkt het wel steeds hetzelfde. Maar je kan nu eenmaal niet elke keer veel energie in je muziek stoppen. Je bent ook niet altijd in de stemming om naar up-tempo muziek te luisteren. Soms wil je gewoon iets anders horen. Mijn favoriete nummers zijn vaak hele rustige, relaxte liedjes. Ik denk dat het goed is om muzikaal zo divers mogelijk te zijn. De Pigeon Detectives bijvoorbeeld, moeten elk nummer weer iedereen aan het springen krijgen. Dat is hun stijl, maar het blokkeert je creativiteit als je constant in datzelfde hokje zit."

Jim: "Ik vind die band echt te gek, maar ben echt benieuwd wat ze op hun nieuwe album gaan doen. Ze hebben maar één sound en kunnen niet echt een andere richting uit. Wij kunnen alle kanten uit door ons grotere muzikale bereik. Volgende week gaan we trouwens wat nieuwe nummers opnemen."

Jullie zijn al een tijdje bezig met Air Traffic, maar wat vinden jullie het leukst van een band zijn?
Chris:
"Op het podium staan en zien dat mensen voor je klappen. Terwijl dat niet altijd zo voor mij is geweest. Tot voor kort vond ik het vreselijk om live te spelen. Ik werd zo ontzettend nerveus en was ontzettend bang om het podium op te gaan. Gelukkig kan ik er nu meer van genieten doordat ik meer zelfvertrouwen heb gekregen. Dat heeft lang geduurd. Zelfs toen mensen onze shows bezochten, geloofde ik niet in mijn eigen kunnen. Nu vind ik het wel cool dat al die mensen ons goed vinden."

Jim: "Het is vreemd om hier te spelen en te zien dat al onze shows uitverkopen. Zes maanden geleden stonden er hooguit tien mensen in de zaal."

Wat haten jullie dan van het bandleven?
Chris: "Niet veel eigenlijk."
Jim: "Vaak heb je lekkere rustige dagen. Laat opstaan, laat naar bed en dan een show. Een geweldige baan."

Maar wordt het niet saai?
Chris: "Niet saai, eerder vermoeiend. Je zit constant bij elkaar. Steeds weer dezelfde mensen. Soms ontstaat er zonder echte aanleiding wrijving tussen ons. Dan heb je even ruimte nodig. Dan verdwijnt het weer en kun je er samen opnieuw tegenaan."

En als er frictie is, hoe gaan jullie daar mee om?
Chris: "We negeren het tot het weggaat. Niet echt een volwassen manier om er mee om te gaan, maar zo gaat dat bij ons."

Maar als je het negeert barst op een bepaald moment toch de bom?
Chris: "Soms gebeurt dat inderdaad. We proberen conflicten zoveel mogelijk uit de weg te gaan, maar soms komt de irritatie er in één keer uit."

Een volgend album, zit dat eraan te komen?
Chris: "Dat zit er wel aan te komen, ja. We denken constant na over nieuwe nummers."

Ik neem aan dat jullie jezelf niet willen herhalen op de nieuwe plaat?
Chris: "Nee, absoluut niet. Sommige bands doen dat en dat irriteert me. Ik vond het trouwens best beangstigend toen ons eerste album uitkwam. Alles wat we hadden, behalve de nummers die we slecht vonden, staat op Fractured Life. We hadden echt zoiets van: "Shit, nu hebben we niks nieuws meer."

Nu hebben we weer wat nieuwe nummers en ik kijk er wel naar uit om de studio weer in te gaan."

(c) NU.nl/Kristiaan Asscheman